Loading…

Gewijzigde plannen

Duurzaam bouwen wordt stilaan gemeengoed bij de doorsnee (ver)bouwer. Volgens het principe van duurzaam bouwen proberen we onze behoeften vandaag zo in te vullen dat we de mogelijkheden van de toekomstige generaties niet compromitteren. En, ook niet onbelangrijk, proberen we voor onszelf gebouwen te realiseren waar het vandaag aangenaam wonen en werken is. Gebouwen die qua comfort, gebruiksgemak en energieverbruik beter scoren dan we traditioneel gewend zijn.

Bij duurzaam bouwen gelden de volgende drie basisregels:

  1. Beperk het bouwproject tot het essentiële, tot de werkelijke behoeften.
  2. Gebruik zoveel mogelijk duurzame materialen en bronnen.
  3. Ga zo efficiënt mogelijk om met energie, water, ruimte en materialen.

Toen in 2009 sprake was van een uitbreiding van het bestaande doorgangsgebouw in Maldegem, ontstond op de POM al snel het idee om te onderzoeken in welke mate we hier een duurzaam verhaal konden realiseren. Via ons netwerk en via partners in Europese projecten kwamen we immers in contact met inspirerende voorbeeldprojecten. Projecten die stuk voor stuk ook aantoonden dat met de juiste aandacht op het juiste moment gebouwen kunnen gerealiseerd worden die een positieve invloed hebben op werkklimaat, verhuurbaarheid en/of verkoopbaarheid, integratie in het omliggend ruimtelijk weefsel, milieu-impact van materialen, energieverbruik, enzovoort.

Een haalbaarheidsstudie uit 2010 stemde ons hoopvol over de toekomstkansen van dit project. De kogel was door de kerk: de POM koos bij de uitbreiding van het ondernemerscentrum Meetjesland resoluut voor een duurzame visie en toekomstgericht concept.

Die visie houdt tot op vandaag nog steeds stand. De nieuwbouw dient immers als voorbeeld om aan te tonen hoe binnen een beperkt investeringsbudget een duurzaam gebouw gerealiseerd kan worden, met een duidelijke meerwaarde voor zowel eigenaar als huurders. Daarbij wordt er een brede definitie van duurzaam bouwen gehanteerd, en dit doorheen het ganse bouwproces.

In het najaar van 2012 werd het definitief ontwerp aan het ruime publiek voorgesteld. Vervolgens werden er bij de aannemers offertes opgevraagd.

Uit de ingediende offertes bleek echter dat de investeringskost merkelijk hoger lag dan oorspronkelijk geraamd. Om tot een project te komen dat budgettair haalbaar is, dat rendabel is voor verhuur aan starters en dat voldoet aan de gestelde ambitie van duurzaamheid (inclusief de BREEAM-vereisten), werd het ontwerp kritisch bekeken, zowel naar bouwvorm als toegepaste materialen. Een moeilijke evenwichtsoefening.

Volgende factoren bleken na studie van belang te zijn:

  • Structuur

Het initiële grondplan van het gebouw was geen rechthoekige of vierkante structuur en ook de initiële afmetingen waren afwijkend ten opzichte van de standaardafmetingen. Dit vergt uiteraard meer maatwerk, en dus ook meer investeringen. Daarom werd de structuur van het gebouw sterk vereenvoudigd en opgebouwd vanuit een basisgrid die wel rekening houdt met standaardafmetingen. Het grondplan vormt nu een rechthoek, die zo optimaal mogelijk ingeplant is op de beschikbare grond. Het gebouw wordt ingedeeld in vier gelijke modules, wat economisch het voordeligst is.

  • Dak

Oorspronkelijk werd een sheddak in houtstructuur voorzien. Dit was opnieuw een punt in het ontwerp dat veel maatwerk vraagt en de prijs dus negatief beïnvloedde. Er werd dan ook beslist om het principe van sheddaken te verlaten. Om een maximale daglichttoetreding te bereiken conform de BREEAM-vereisten werd gekozen voor traditionele dakopbouw (steeldeckstructuur / dampscherm / isolatie / dakdichting) in combinatie met actieve lichtkoepels. Deze vangen het binnenkomend daglicht op via een doordacht spiegelsysteem, waarna het versterkt maximaal verspreid wordt.

  • Gevel

Een derde belangrijk deel van de bouwkost vormde onze keuze van het isolatiemateriaal. In het oorspronkelijk ontwerp werd gekozen voor een houten structuur opgevuld met stro. Een product dat qua duurzaamheid enorm goed scoort. Bouwen met stro is een oude techniek die vooral toegepast wordt in woningbouw en bij particulieren. Het toepassen van deze techniek op grotere schaal is echter nog niet gekend. Een onzekerheid die helaas ook leidt tot hogere investeringskosten.

Om hetzelfde ambitieniveau te behalen qua isolatie, werd gekozen voor een constructie waarbij de beton- en houtskeletbouw aangekleed wordt met geprefabriceerde geveldozen. Deze houten structuren bevatten aan binnen- en buitenzijde een plaatmateriaal, en zijn binnenin opgevuld met een ecologisch isolatiemateriaal. Het grote voordeel is dat deze in het atelier geproduceerd worden en vervolgens ter plaatse tegen het skelet gemonteerd, wat de bouwkosten lager maakt dan bouwen met stro. Dit is een techniek in opmars die zowel duurzaam als budgetvriendelijk is.

Met deze wijzigingen in het ontwerp, heeft de POM nog altijd de ambitie een duurzaam gebouw te realiseren, waarbij een BREEAM-certificaat, ‘very good’ of ‘excellent’ beoogd wordt.

Door rekening te houden met het voorgesteld budget, wil de POM een voorbeeldfunctie zijn voor andere kandidaatbouwers.

Het nieuwe ontwerp werd ondertussen goedgekeurd en de openbare aanbesteding loopt. Deze moet de volgende maanden leiden tot de aanstelling van een algemene aannemer.